Het watervlak

Het grote voordeel van de kabelbaan is dat de skiërs niet meer moeten beschikken over een eigen boot, wat de instapdrempel in de waterskisport verlaagt. Men kan aan de ‘full size’ kabelbaan ook met meerdere skiërs tegelijk op het water. Aan de kabelbaan kunnen naargelang de lengte van de kabel vijf à tien skiërs actief bezig zijn. Met het terugzwemmen na een val, een korte rustpauze, een instructiemoment, enz. kunnen tegelijk gemakkelijk 20 à 25 deelnemers actief bezig zijn. Dit maakt dat de ‘full size’ kabelbaan een ideale gelegenheid is om met grotere groepen te waterskiën, zoals schoolsportdagen, bedrijfsfeestjes, kampen, enz.

Aan een kabelbaan skiet men minimum een uur, maar meer ervaren skiërs kopen twee uren of zelfs een dagkaart.

Wat betreft de begeleiding aan de kabel is er een groot verschil tussen de 2.0 en de full size cable. Als men valt aan de 2.0 cable kan de operator de hendel terugbrengen, waardoor de skiër kan vertrekken met een diepwaterstart. Bovendien kan hij bijsturen waar nodig.

Het is voor de hand liggend dat de trainer aan de ‘full size’ kabelbaan niet steeds bij zijn skiër kan blijven om hem te helpen of aan te moedigen. Vanaf het moment dat de skiër het startponton heeft verlaten is hij op zichzelf aangewezen. Dat maakt dat de lesgever eerst in groep aan iedereen de algemene instructies zal geven. Nadien is het zijn taak om de skiërs toch in het oog te houden, zodat deze een instructie kunnen krijgen wanneer ze terug op het startponton zijn aangekomen. Dat maakt dat de lesgever vele deelnemers tegelijk in het oog moet houden. Voor groepen beginners en trainingsgroepen zijn er bij voorkeur dan ook twee lesgevers actief.