Wakeboard

Wakeboarden is het best te omschrijven als een combinatie van snowboarden en waterskiën. Snowboarden omdat men net zoals in het wakeboarden gebruik maakt van een board (de voeten staan dwars op de plank), en waterskiën omdat men zoals in deze discipline ook aan een touw wordt voortgetrokken. De discipline wakeboarden kent slechts één onderdeel, figuren. In vaktermen ‘Freestyle.

Een wakeboardboot heeft meer ballast dan een gewone skiboot om de hekgolf groter te maken. Hierdoor kan men hoger en verder springen. Bovendien hebben de boards een grotere oppervlakte, wat meer afzet geeft dan bij de klassieke figuurski. De air time wordt langer en de figuren zijn indrukwekkender.

De rider bepaalt zelf de snelheid en touwlengte tijdens de doortocht door zijn parcours. De bedoeling is zoveel mogelijk verschillende figuren uit te voeren. De rider wordt beoordeeld op uitvoering, intensiteit en compositie. Tijdens de doortocht mag men 1 keer vallen. Men verliest hierdoor geen punten, maar de trick waarop men valt telt niet mee en men verliest tijd door het optrekken van de boot. Dit wordt beschouwd als voldoende "straf". Na de tweede val is het gedaan.

Indien men geen tweede val heeft tijdens de finale krijgt de rider na zijn parcours een Double-Up (= boot neemt een grote bocht en kruist zijn eigen golven terug, de rider springt op de kruising van twee golven). Voor het uitvoeren van een Double-Up krijgt men sowieso extra punten ook al valt de rider.

Indien een Double-Up, wegens tijdgebrek of locatie niet mogelijk is tijdens de finale, wordt een wild trick uitgevoerd. Deze extra figuur wordt gequoteerd volgens de gewone regels, maar weegt minder door als eenzelfde figuur binnen het parcours (een trick herhalen is dus nutteloos).