Springen

De sprong over de schans van een kabelskiër is over het algemeen minder ver dan bij een klassiek skiër (toch springen topskiërs aan de kabel bijna even ver als achter de boot). Dit komt omdat de kabel niet accelereert in de vluchtfase. Omdat de trekkracht van bovenaf komt, wordt de landing dan weer gemakkelijker.


Het springparcours

De schans ligt, tussen de 4e en de 6e slalomboei (indien deze wordt geïntegreerd in de slalompiste), links van de kabel (op 15 meter van de kabel). De skiër kan gebruik maken van twee boeien die helpen om het aansnijden naar de schans te regelen. Dit zijn de 140 en de 160-meter boeien.