De start
Startrijen
In België maakt men steeds gebruik van startrijen. Met startlijnen bedoelt men dat de boten niet allemaal te samen vertrekken, maar in verschillende lijnen met 10 seconden tussen (op een WK 15 seconden). Deze starten zijn slechts mogelijk als er minstens tien meter afstand tussen elke deelnemende boot mogelijk is en de eerste draai minstens 2,5 kilometer verder is.
Voor de eerste wedstrijd worden de startplaatsen van de teams bepaald door
middel van loting. Na de eerste wedstrijd wordt de rooster met de startplaatsen toegewezen aan elke deelnemer volgens optelling van vorige prestaties.
De startprocedure
De start zelf verloopt als volgt:
- 15 minuten voor de start wordt het waarschuwingssignaal gegeven door de gele vlag op te steken, een geluidsignaal of door een vuurpijl af te steken.
- 5 minuten voor de start worden de nationale en de groene vlag opgestoken. Op dit moment maakt de skiër zich klaar (de ski, bril, beveiliging,… worden aangedaan).
- 30 seconden voor de start wordt de groene vlag gestreken, wat wil zeggen dat de skiërs te water mogen gaan en dat de boten de lijnen mogen strak trekken om zich zo op de voorop gestelde ligging (dit wordt weergegeven in de briefing) in de startgrid terecht te komen (opgelet; de boten mogen de startlijn niet passeren).
- De start wordt gegeven door het strijken van de Nationale vlag (vanaf het moment dat de vlag een neerwaartse beweging maakt mag er gestart worden). De skiërs mogen niet in skipositie zijn voordat deze vlag gestreken is.
- Onmiddellijk na de eerst start gaat de Nationale vlag terug omhoog om 10 seconden later terug het startsein te geven aan de volgende startlijn,…
- Indien de skiër bij de start zijn start mist moet de boot blijven wachten tot alle andere boten (van alle startlijnen) vertrokken zijn. De co-piloot moet wel de skilijn binnenhalen zodat de andere boten hier niet over varen.