Slalomski
De platte monoski
Vroeger werden de ski's in hout gemaakt en waren ze vlak aan de onderzijde. Deze ski's zijn gemakkelijker om uit het water te komen omdat ze makkelijker te sturen zijn. Een slalomski gaat sneller een kant kiezen. Opgelet, van zodra de start goed lukt is het best om over te schakelen naar een slalomski (omdat je op een op een holle ski gemakkelijker kan kanten).
De slalomski
Bochten maken is gemakkelijker op één ski dan op twee. Vandaar dat er voor het slalommen een speciale monoski werd ontwikkeld. De bindingen voor de voeten staan achter elkaar en in de lengterichting van de ski. Deze ski is onderaan uitgehold en loopt aan de achterkant smal uit, waardoor zij wendbaarder is dan een comboski of platte ski
Bovendien is de slalomski ontworpen om zijn kanten te gebruiken, wat maakt dat deze gemakkelijker door het water zal snijden.
De meeste slalomski’s werden in het verleden zo glad mogelijk afgeleverd en onderhouden, maar … een super gladde bodem is niet stabiel en kan een onstabiele indruk geven (vooral voor beginnende skiërs en in plat water). Daarom maakt men de onderkant nu iets ruwer.
De lengte van de ski
Wanneer de ski verticaal voor de skiër geplaatst wordt, reikt hij tussen het neustopje en het voorhoofd van de skiër. Als de skiër zwaar is voor zijn lengte, reikt deze eerder tot aan het voorhoofd.
Maar niet enkel de lengte van de skiër speelt een rol bij de keuze van de juiste ski, ook het gewicht en de technische bekwaamheid van de skiër. Hoe groter de oppervlakte van de ski, hoe gemakkelijker een beginnende skiër hiermee uit het water geraakt, maar hoe moeilijker deze zal zal draaien.
Hoe beter je skiet hoe kleiner de ski is die je nodig hebt (om niet te hoog op het water te zitten bij hogere snelheid, want dan is het moeilijker om af te remmen). Een kleine ski zal beter draaien, maar vergt meer werk.
De vin
Om de boeien te ronden moet de skiër sterk overhellen naar de kant waar de boei ligt. Met een gewone platte ski zou men zo wegglijden. Een slalomski daarentegen heeft een verstelbare vin met spoiler om dit te voorkomen.
De juiste afmeting en vorm van deze vin is belangrijk want:
- wanneer de vin te klein is zal de ski moeilijk de juiste richting houden bij hoge snelheid. Ze zal de neiging hebben uit het water te slippen in de bocht;
- wanneer de vin te groot is gaat de ski teveel richting houden en moeilijk in de bocht komen. Een bijkomend nadeel is dat een overgrote vin er niet zal toe bijdragen de ski beter in het water te houden in de bocht.
Het ideale is dus een zo klein mogelijke vin, die de ski toch nog genoeg doet sporen en die de ski in het water houdt zodat je slechts een kleine weerstand hebt om te draaien. Dit laatste kan je ook bereiken door gaten in de vin te boren (vermindering zijdelingse weerstand in de bocht door opvullen van de ‘schaduw’ van de vin).
Wanneer de vin meer vooraan geplaatst is op de ski zal de ski korter draaien, maar heb je meer kans om uit de bocht te glippen. Wanneer de vin meer achteraan wordt geplaatst, is het moeilijker om te pivoteren, maar sta je stabieler.
De bindingen
De voorste binding moeten zodanig geplaatst worden dat de hiel van de voorste voet in het midden van de ski komt te staan. Afhankelijk van de techniek van de skiër kan je de binding nog iets naar voor of naar achter plaatsen.
Bij het plaatsen van het achterste voetje moet erop gelet worden dat er tussen de voorste binding en de grote teen van de achterste binding
Wanneer je achterste teen de voorste binding raakt, worden je knieën en enkels geblokkeerd (afb.1). Indien je bindingen dan weer te ver uit elkaar staan zal je teveel gewicht leggen op je achterste binding, waardoor je te weinig controle zal hebben over je ski (afb. 3).